Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers

 

Artikel 142 Bijzonder nabestaandenpensioen
1
Ten laste van de provincie wordt recht op bijzonder nabestaandenpensioen verleend aan de vrouw of man met wie een overleden lid, gewezen lid of gepensioneerd lid van gedeputeerde staten gehuwd is geweest, mits:
a
hij of zij recht op nabestaandenpensioen zou hebben gehad, indien het lid, gewezen lid of gepensioneerd lid van gedeputeerde staten op de dag van het vonnis, waarbij de echtscheiding of de ontbinding van het huwelijk is uitgesproken, zou zijn overleden, en
b
de onder a bedoelde dag ligt na het tijdstip van de inwerkingtreding van de Wet herziening echtscheidingsrecht en de echtscheiding of ontbinding van het huwelijk niet is uitgesproken met toepassing van het voor genoemd tijdstip geldende recht.
2
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vrouw of man van wie de aanmelding is geƫindigd, mits zij of hij recht op nabestaandenpensioen zou hebben gehad, indien het lid van gedeputeerde staten, het gewezen lid van gedeputeerde staten of gepensioneerde lid van gedeputeerde staten op de dag van eindigen van de aanmelding zou zijn overleden.
3
In afwijking van het het eerste en het tweede lid bestaat geen recht op bijzonder nabestaandenpensioen:
a
indien het lid van gedeputeerde staten, gewezen lid van gedeputeerde staten of gepensioneerde lid van gedeputeerde staten en de desbetreffende vrouw of man dat zijn overeengekomen bij huwelijkse voorwaarden, bij geschrift met het oog op het einde van het huwelijk of de aanmelding, en gedeptuteerde staten daarmee instemmen;
b
indien de onder a bedoelde vrouw of man als gevolg van hertrouwen met of aanmelding door hetzelfde lid van gedeputeerde staten wegens diens overlijden recht op nabestaandenpensioen heeft;
c
bij overlijden van een lid van gedeputeerde staten of gewezen lid van gedeputeerde staten voor de leeftijd van 65 jaar, voorzover de pensioengeldige tijd van de overledene is gelegen na 31 juli 2003;
d
bij overlijden van een gepensioneerd lid van gedeputeerde staten, voorzover de pensioengeldige tijd van de overledene is gelegen na 30 juni 1999 en de keuze is gedaan, bedoeld in artikel 138a, vierde lid.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •